Upaved parking Kalorama Beek The Netherlands

No Pavement

Created at: 21 Oct 2023

Description

Upaved parking Beek The Netherlands


Samenvatting (Dutch description)

Upaved parking Beek The Netherlands

5.7 Watertoets Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten van Rijk, provincies en gemeenten. Ruimtelijke plannen moeten voorzien zijn van een waterparagraaf. Hiervoor moet het proces van de watertoets worden doorlopen. Het waterschap kijkt of in een plan voldoende rekening is gehouden met de waterhuishouding ter plaatse en geeft een wateradvies. 5.7.1 Beleid 5.7.1.1 Beleid waterschap Rivierenland Het plangebied valt onder het beheer van Waterschap Rivierenland. Op 27 november 2015 heeft het bestuur van Waterschap Rivierenland het Waterbeheerprogramma 2016-2021 vastgesteld, met als titel Koers houden, kansen benutten. Met dit programma blijft het waterschap op koers om het rivierengebied veilig te houden tegen overstromingen, om voldoende en schoon water te hebben en om het afvalwater effectief te zuiveren. Het waterbeheerprogramma beschrijft wat het waterschap in de planperiode (2016-2021) wil bereiken en hoe zij dat wil doen.

Bij alle in- en uitbreidingsplannen adviseert en toetst het waterschap op hydrologische effecten, waarbij het hydrologisch neutraal ontwikkelen het uitgangspunt is. Kortom, het initiatief mag niet leiden tot een verandering in de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse en in de directe omgeving. Daarnaast is het streven om het schone en het verontreinigde water zoveel mogelijk te scheiden. 5.7.1.2 Deltaprogramma ruimtelijke adaptatie De kern van het deltaprogramma is dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. Overheden gaan ervoor zorgen dat schade door hittestress, wateroverlast, droogte en overstromingen zo min mogelijk toeneemt en letten daarop bij de aanleg van nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen, het opknappen van bestaande bebouwing, vervanging van rioleringen en wegonderhoud etc.

Omdat Kalorama op de Stuwwal ligt, is vooral het thema wateroverlast relevant. Door de toename van extreme buien komt het steeds vaker voor dat regenwater niet snel genoeg kan infiltreren. Het water stroomt dan in grote hoeveelheden naar laaggelegen punten, waar het in komvormige locaties en in de dalen voor grote overlast zorgt. De relatie tussen voornoemde thema’s en onderhavig plan is beschreven in paragraaf 5.7.6. 5.7.1.3 Hydrologisch neutraal ontwikkelen Waterschap Rivierenland heeft als uitgangspunt dat nieuwe ontwikkelingen ‘hydrologisch neutraal’ moeten worden uitgevoerd. Hemelwater dat valt op daken en verhardingen mag niet versneld worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Bij een toename van verhard oppervlak groter dan 500 m² in het stedelijk gebied, is compensatie aan water vereist. Bij grotere oppervlaktes mag de vrijgestelde oppervlakte daarop in mindering worden gebracht. 5.7.2 Effect planvoornemen In onderstaande tabellen is het verhard oppervlak voor de huidige en de beoogde situatie voor het totale plangebied berekend, dus inclusief fase 0 en het entree gebied welke ongewijzigd blijft.

Tabel 5.1: verhard oppervlak huidige situatie

Tabel 5.2: verhard oppervlak beoogde situatie

Geconcludeerd wordt dat het verhard oppervlak in de toekomstige situatie met circa 2.285 m² afneemt. 5.7.3 Hemelwater Het hemelwater wat op de paden valt, stroomt af op de bermen alwaar het infiltreert. De rijbanen worden voorzien van kolken om zodoende het hemelwater zo diffuus mogelijk te laten infiltreren. Hemelwater dat op de daken valt, wordt geborgen in één ondergrondse infiltratievoorziening. Voor fase 0 is dit reeds gerealiseerd en vergund. Het totale dakoppervlak van fase 1 t/m 3 bedraagt 4.000 m². uitgaande van 40 mm berging per m² dakoppervlak, dient de bergingscapaciteit 160 m³ te bedragen. Met een uitgangspunt van 40 mm berging per m² wordt voorkomen dat piekbuien tot wateroverlast leiden.

Voorgesteld wordt om de infiltratievoorziening ter plaatse van de bestaande interimvoorziening te realiseren. Echter, door de uitvoering van het project waarbij gefaseerd wordt gebouwd en gesloopt, is het niet mogelijk om de infiltratievoorziening direct te realiseren. Hiertoe is een overbruggingsperiode noodzakelijk waarbij het hemelwater tijdelijk via de bestaande riolering wordt afgevoerd. In overleg met het bevoegd gezag is geconcludeerd dat de tijdelijke afvoer van hemelwater op de bestaande riolering gedurende de overbruggingsperiode niet tot problemen zal leiden. Nadat het Centrum voor Doofblinden gereed is, wordt gestart met de aanleg van het parkeerterrein met infiltratiekratten (na sloop van de Oorsprong). Naar verwachting zal deze overbruggingsperiode circa 4 maanden beslaan. Vervolgens zullen de gebouwen van fase 1, 2 en 3 worden aangesloten op de infiltratiekratten. 5.7.4 Afvalwater Conform de Leidraad Rioleringen en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen. Het afvalwater van de beoogde vervangende nieuwbouw wordt, zoals dat in de huidige situatie al het geval is, aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering zoals aanwezig onder de Nieuwe Holleweg. 5.7.5 Waterkwaliteit Ten behoeve van de waterkwaliteit zal de voorgestelde ontwikkeling, indien van toepassing, gebruik maken van milieuvriendelijke bouwmaterialen en worden uitloogbare materialen, zoals lood, koper, zink en zacht OVC niet gebruikt, waardoor de uitspoeling van vervuilende stoffen via de bodem naar het oppervlaktewater voorkomen wordt. 5.7.6 Klimaatbestendig en waterrobuust ontwikkelen Hittestress Het plangebied ligt binnen bebost gebied waardoor hittestress geen grote rol speelt. Door toepassing van groendaken wordt de isolatiewaarde van de daken verbeterd. Hierdoor heeft warm weer minder effect op het binnenklimaat van de gebouwen.

Wateroverlast In paragraaf 5.7.3 is reeds aangegeven hoe wateroverlast wordt voorkomen. Daarnaast worden groendaken gerealiseerd. Door de bufferfunctie wordt hiermee een positief effect geleverd bij extreme neerslag.

Droogte Door het hemelwater lokaal te infiltreren, de toepassing van groendaken, het beperken van erfverharding tot het hoognodige en het behoud van zoveel mogelijk groen, wordt droogte zoveel mogelijk voorkomen.

Overstromingen Het plangebied ligt op een stuwwal op een gemiddelde hoogte van circa 40 m + NAP. Hierdoor bestaat geen risico tot overstroming voor het plangebied. 5.7.7 Conclusie In het kader van de watertoets is bovenstaande waterparagraaf ter controle voorgelegd aan waterschap Rivierenland. De opmerkingen van het waterschap zijn verwerkt.

Help us provide more detailed information about this project by contributing!

Videos

About the author

Floris Boogaard

• Submitted 2071 projects
• Expert at Water
• Netherlands

View all 2071 projects by this author →


Related projects

Below you will find the latest related projects in this category.

Show more related projects →

View all Water projects →